Michael Morpurgo - Alleen op zee

In deze historische omnibus verwerkt Morpurgo op subtiele wijze enkele donkere pagina's uit de wereldgeschiedenis. In het eerste deel van het boek maakt de lezer kennis met Arthur Hobhouse. Hij is een van de vele weeskinderen die tijdens de wederopbouw van Groot-Brittannië naar Australië werd verscheept. Arthur blikt op zijn vijfenzestigste terug op deze turbulente periode in zijn leven en vertelt over de eenzame boottocht richting Australië, zijn ontmoeting met Marty en het helse leven op de boerderij van predikant Bacon. Vervolgens vertelt hij over zijn vlucht met Marty en de ellende en impact van de Vietnamoorlog op hem. Na een jarenlange zwerftocht en alcoholmisbruik vindt Arthur het geluk. Hij ontmoet Zita en ze krijgen een dochter Allie. Op het moment dat Arthur met zijn dochter naar Engeland wil varen met een zelfgebouwd zeilschip sterft hij door een fatale hersentumor. Het tweede deel focust en volgt de escapades en avonturen van Allie. Na het verlies van haar vader trotseert ze de zeeën en oceanen en vaart naar Engeland op zoek naar Kitty, de zus van Arthur.

Morpurgo gebruikt de zee als metafoor voor het leven en koppelt dit aan identiteitsvorming. Door het hanteren van een semi-autobiografisch verstelstandpunt in beide delen geeft hij de twee hoofdpersonages Arthur en Allie een gelaagde psychologische onderbouw mee die is gestoeld op fluïde (jeugd)herinneringen en reflecties op het leven. Bovendien vervalt Morpurgo niet in sentimentaliteit en creëert hij realistische personages waarmee de lezer zich kan identificeren. Ook mooi is dat de heroïsche zeiltocht van Allie de verhaallijn van Arthur verderzet, waardoor hij een sterke katalysator en drijvende 'kracht' blijft in het verhaal. Morpurgo is een meesterverteller en bevraagt voortdurend de status en doel van herinneringen. Zo is het geluksleuteltje dat Arthur van zijn verloren zus Kitty heeft gekregen een red herring die het verhaal voortstuwt. Hierdoor speelt Morpurgo voortdurend een dubbel spel met de lezer via de notie van de herinnering, want de lezer blijft voortdurend in het ongewisse (heeft Kitty echt bestaan of is zij louter een verzinsel?). 

"Ik raakte het aan en dacht aan haar. En terwijl ik het vasthield, bad ik voor haar. Maar als ik eerlijk ben, denk ik dat ik het meest voor mezelf bad. Of het nu aan de sleutel of aan het kruisje te danken was, zal ik nooit weten. Ik probeer daar al sinds die tijd achter te komen. En dat doe ik nog steeds."

©2020 Martijn Richter. Krijn Taconiskade 346, 1087 Amsterdam
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin