Jeroen Olyslaegers - auteurslezing

Op 24 februari 2021 organiseerde Creatief Schrijven een auteurslezing in samenwerking met roman- en theaterschrijver Jeroen Olyslaegers. In de lezing gaf Olyslaegers een uitgebreid overzicht van zijn zwaarwichtig en barokke oeuvre. Hij startte de lezing met een anekdote over zijn trilogie, de W-boeken: Wij (2009), Winst (2012) en Wil (2016). Olyslaegers vertelt dat de letter w volgens hem het meest magische karakter van het alfabet is, want de w staat namelijk symbool voor verbondenheid. Zo gaat Wij bijvoorbeeld over inclusie en exclusie. Ook verwijst hij naar de hermetica en de rol van magie in zijn werk. De letter w vormt de leidraad in zijn boeken, het is een toverformule die ook de uitgever weet te overtuigen.
De interesse van
Olyslaegers voor de wondere wereld van verhalen en het rituele aspect van het
vertellen is al sinds zijn jeugd aanwezig. Hij roept een familiebijeenkomst op
bij zijn grootmoeder waarbij verhalen verwantschap bestendigen. Het is hier dat
Olyslaegers zijn fascinatie voor een genuanceerd mensbeeld ontdekt, een
representatie die bol staat van trivialiteit en banaliteit. Het gebruik van
clichés en verwachtingspatronen is voor Olyslaegers vervat in zijn schrijven,
maar hij ondergraaft dit ook.
Vervolgens blikt Olyslaegers kort terug op zijn theaterperiode en zijn band met Bart Meuleman die hem aanmoedigt om proza te schrijven. Het betekent voor Olyslaegers een nieuw debuut. Via een persoonlijk relaas over zelfrelativering stelt Olyslaegers dat hij zijn werk wilt openen voor een groot publiek. Dit kantelpunt in zijn carrière is de publicatie van het gelouterde Wil. In deze roman bevraagt hij de notie van dubbelzinnigheid en traditie tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog en de pogrom.

Daarna heeft Olyslaegers het over zijn laatst uitgegeven roman Wildevrouw (2020). Het schilderij Dulle griet (1563) van Pieter Breughel de Oude heeft het boek sterk beïnvloed. In Wildevrouw evoceert Olyslaegers het Antwerpen van de zestiende eeuw, de gouden periode. Hij vertelt over zijn samenwerking en vriendschap met historicus Stef Frank, een tocht vol ontdekkingen en dwaalsporen die verzandt in een slopende selectieprocedure. Zo is het schrijfproces voor Olyslaegers intuïtief, want op een bepaald moment ontstaat er een wisselwerking tussen research en speculatie. In deze spanning tracht hij beelden en diepte te creëren dat geënt is op een historische werkelijkheid. Olyslaegers verwoordt het als volgt:
"In een historische roman is informatie een dramaturgie. De informatie die ik geef is potentieel gevaarlijk, want vanaf dat de schrijver een beeld te expliciet maakt, verlies je de lezer. Het perspectief van de ooggetuige staat soms de actie in de weg, daarom maak ik altijd gebruik van de terugblik, want dit werkt dramatiserend."

Tot slot eindigt Olyslaegers met een uiteenzetting over zijn schrijfattitude. Via Brueghel heeft hij een meditatietechniek ontwikkeld om zichzelf te verheffen tot ooggetuige. Olyslaegers definieert dit als method writing of schrijfyoga. Hij stelt dat verbeelding oproepen een ontwikkelingsproces is en dat preparatie centraal staat. Zelf doet hij dit door te wandelen. Tijdens een wandeling ontstaat er namelijk een denkruimte of gedachtekamer in zijn hoofd waarin hij als volleerd voyeur vorm geeft aan personages en beelden stockeert. Daarentegen is een notitieboekje overbodig voor Olyslaegers, want er bestaat altijd de mogelijkheid dat ideeën sterven als je ze neerschrijft. Hij eindigt met een filosofische noot en verwijst hierbij naar Nietzsche en de bevestiging van de levenswil, want Dionysus heft de rationaliteit op en roept zo de obsessie (een detailzucht) een halt toe. Olyslaegers koppelt dit traktaat terug aan Wildevrouw: "Eenheid laakt vrijheid en vrijheid eet eenheid op." Kortom, het doel en de uitdaging van deze roman is volgens Olyslaegers een worsteling tussen gelaagdheid en overdaad en zo is Wildevrouw een metafoor over de stad, het schrijven en het lezen.