Benny Lindelauf - Hoe Tortot zijn vissenhart verloor

Tortot is een cynische en opportunistische veldkok die telkens het meest succesvolle leger dient. Bovendien kent hij geen loyaliteit en heeft hij geen ethisch bewustzijn. In een verzameling van losse verhalen geeft Lindelauf een inkijk op het leven, denken en handelen van Tortot. Via dromen en jeugdherinneringen schetst Tortot een gruwelijke onbestemde wereld waarin mensen bijvoorbeeld verdwijnen in 'de keizerlijke tartaarmachine'. De ontmoeting tussen Tortot en de twaalfjarige soldaat George, een naïeve en babbelzieke jongen zonder benen, zorgt voor een omslag bij Tortot. De man met het kille vissenhart ontfermt zich over George en er ontstaat een echte band tussen de twee. Schub per schub ontschaalt George de koelbloedige en listige Tortot en geeft hem zo een menselijk gelaat.
Lindelauf situeert het verhaal in een verzonnen land vol onbestaande steden en fantastische elementen, maar hij verwijst eveneens naar historische personages en reële gebeurtenissen. Hierdoor krijgt het boek een universeel, allegorisch en sprookjesachtig karakter. Via scherpzinnige beschrijvingen, neologismen, tactische observaties en beeldrijke taal roept Lindelauf een gruwelijke door oorlogen verscheurde wereld op die naadloos versmelt met de detailrijke en absurdistische illustraties van Ludwig Volbeda.
Het strakke ritme van de roman zorgt voor een intense leeservaring, maar Lindelauf slaagt er niet in om dit ritme vast te houden. Bovendien lukt het Lindelauf niet om het thema van ontmenselijking adequaat te beschrijven. De oorzaak van dit euvel is de eenzijdige en onvoltooide karakterevolutie van Tortot, het vertelperspectief (de observaties van Tortot) en een plot vol hiaten. Zo is het onmogelijk voor de lezer om te versmelten met het hoofdpersonage en dit staat het proces van verstilling in de weg. Tot slot is het idee dat een ontmoeting een proces van humanisering tewerkstelt wel heel romantisch en naïef.
"De meeste mannen sterven als eendagsvliegen. En terwijl de chirurgijn de soldaten weer aan elkaar naaiden, met onderdelen die soms wel en soms niet van het slachtoffer waren, dachten de generaals nieuwe strategieën uit op hun van spelden wemelende landkaarten."