Benjamin Verdonck - Aren
Een toneelvoorstelling fysiek bijwonen tijdens de corona-epidemie bleek een onmogelijke opdracht. Gelukkig waren Benjamin Verdonck en Toneelhuis bereid om de captatie van Aren met mij te delen. Ik wil beide hartelijk bedanken voor het vertrouwen.
Aren is een poëtische voorstelling en kunstenaarsportret waarin Verdonck, de eeuwige verzamelaar, dromer en activist, de toeschouwer volledig onderdompelt in de wereld van onvoltooide ideeën. De titel verwijst naar een eeuwenoud recht voorbehouden aan de armen die na de oogst de achtergebleven aren mochten 'lezen', een archaïsch woord voor verzamelen en zoeken. De minimalistische setting heeft één eyecatcher, een tafel op schragen waarop een camera is gericht die beelden projecteert op een scherm achter Verdonck. Enkele dozen, kratten, snuisterijen en een platenspeler vervolledigen het decor. Een compositie van experimentele soundscapes, barokke aria's, kinderliedjes, spookachtige stemmen en verknipte opnames van omgevingsgeluiden op plaat zorgen doorheen de voorstelling voor auditieve suggesties en komische intermezzo's.

De eerste helft van de voorstelling is tekstloos en bestaat uit een simpele handeling. Verdonck presenteert, via een eenvoudige choreografie van visueel vertellen en tellen, een verzameling alledaagse objecten en (ont)vreemde voorwerpen. Een reeks schelpen en stenen rangschikt hij minutieus volgens grootte en kleur. Kralen en verbogen ijzerdraadjes spreidt Verdonck schijnbaar achteloos tentoon. Tientallen kaartjes van occulte waarzeggers, prenten, post-its en missing pet posters van katten stalt hij stuk voor stuk uit. Omdat Verdonck de impact van tijd en vergankelijkheid visualiseert en de context ervan deconstrueert, toont hij de kracht van potentiële ideeën. Bovendien geeft Verdonck kritiek op het accelerationisme en neoliberalisme. Door visuele aanwijzingen en schaarse tekstfragmenten biedt hij de toeschouwer een alternatief aan. Zo verheft een cadeautje van kinderen zich tot artefact voorzien van een opschrift dat verhaalt over de herkomst en de transactie: 'twee miniboekjes geruild voor twee dode vliegen.'

Tijdens de tweede helft van de voorstelling treedt tekst op de voorgrond. Verdonck postuleert een reeks van humoristische statements, onuitgevoerde projectvoorstellen, filosofische opmerkingen, spitsvondige boutades en gestrande ideeën. De poort van de verbeelding opent zich en verschillende DIY- en what-if scenario's ontspruiten. Verdonck vertelt over een kettingreactie die uit een cartoon van Tom and Jerry lijkt te komen en refereert aan zijn podiuminstallaties met een knipoog naar Der Lauf der Dinge van Peter Fischly en David Weiss. Vervolgens stelt hij via briefwisseling voor om een huis te bouwen in het Zuilenpaviljoen (1982), een werk van de onlangs overleden architect Charles Vandenhove. Of haalt Verdonck herinneringen op aan een e-correspondentie tussen hem en theatermakers Anouk Nuyens en Rebecca de Wit. Verdonck reflecteert hier duidelijk over zijn theaterpraktijk en geeft kinderen een centrale rol. Het verhaal over de workshop met kinderen in een grot die uitmondt in een protestactie drijft voort op een utopisch verlangen naar duurzame verandering en verzet.

Een ecologisch bewustzijn en sociale mobilisatie zijn centrale thema's in het oeuvre van Verdonck. Aren maakt dit tastbaar door de activatie van ongebruikte materialen, gedachten en emoties. Verdonck ordent, herbruikt, recycleert, consumeert en geeft ideeën een nieuwe functie. Hierdoor toont Verdonck aan de toeschouwer dat het activeren en produceren van ideeën in een kapitalistische samenleving vaak samenvalt met rendement (de oogst) en de notie van een eindproduct. Tot slot toont Verdonck bewust aan dat elk verhaal een constructie is:
'Op het einde van de voorstelling een regenboog maken. Een echte regenboog maken. Je hebt rook nodig of nevel en licht dat erop breekt. Het is heel moeilijk om een regenboog te maken die iedereen vanuit de zaal kan zien.'